Lords Appellant

De graaf van Arundel, de hertog van Gloucester, de graaf van Nottingham, de graaf van Derby en de graaf van Warwick verschijnen voor koning Richard II en eisen met hun wapens de rechtmatigheid van hun opstand aan te tonen (illustratie uit A Chronicle of England, 1864).

De Lords Appellant was een groep van edelen tijdens de regering van koning Richard II, die in 1388[1] een vijftal favorieten van de koning zochten in staat van beschuldiging te stellen teneinde aan banden te leggen wat werd beschouwd als een tiranniek en wispelturig bewind. Het woord "appellant" is 'appellerend', verwant met het Nederlandse woord appel voor hoger beroep. Het is de oudere (Normandisch)- Franse vorm van het onvoltooid deelwoord van het werkwoord appeler, het equivalent van het Engelse 'to appeal' of het Nederlands 'appelleren' ("in hoger beroep gaan"). De groep werd de Lords Appellant genoemd omdat haar leden zich op een wettelijke procedure beriepen om over te gaan tot de vervolging van de onpopulaire favorieten van de koning, dewelke bekend stond als 'an appeal': de favorieten van de koning werden in beschuldiging gesteld in een document dat een appeal of treason werd genoemd, een aan het burgerlijk recht ontleend middel dat tot enige procedurele complicaties zou leiden.[2]

  1. STAFFORD, Sir Humphrey I (d.1413), of Southwick in North Bradley, Wilts. and Hooke, Dorset, in J.S. Roskell - L. Clark - C. Rawcliffe (edd.), The History of Parliament: the House of Commons 1386-1421, Londen, 1993. Gearchiveerd op 28 september 2023.
  2. A. Tuck, art. Lords appellant (act. 1387–1388), in Oxford Dictionary of National Biography (2004).

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search